Een bedrijf krijgt te maken met allerlei kosten. Denk aan de salarissen van werknemers, facturen voor bedrijfsmiddelen en de huur van panden. En dit is natuurlijk nog maar een kleine greep van wat er zoal betaald moet worden. Wist je dat er een onderscheid bestaat tussen vaste en variabele kosten? In dit artikel besteden we aandacht aan het laatste fenomeen. Je leest alles over variabele kosten en hoe je het moet berekenen.
Wat zijn variabele kosten?
Laten we eerst eens kijken naar variabele kosten. Zoals de naam al doet vermoeden zijn dit alle kosten die regelmatig veranderen. Hoeveel je voor een bepaald product moet betalen is namelijk afhankelijk van de hoeveelheid die is geproduceerd. De kosten voor energie zijn bijvoorbeeld geen enkele maand hetzelfde. Het ligt er maar net aan hoeveel je die maand hebt gebruikt. Deze kosten maken deel uit van de begroting van een bedrijf.
Eeb praktijkvoorbeeld
Alle kosten die verbonden zijn met de productieomvang van een bedrijf noemen we ‘variabele kosten’. Dit betekent dat als de omvang toeneemt, de kosten ook veranderen. Soms moet een bedrijf meer betalen en in andere gevallen juist minder. Stel je voor dat je eerst 4000 producten verkocht voor 500.000 euro. Door omstandigheden verkoop je echter nu 8000 producten voor dubbel zoveel geld. Bij deze kosten bereken je de veranderde kosten bij een andere productiegrootte.
Hoe bereken je deze kosten
Laten we eens dieper op de materie ingaan. In de bovengenoemde situatie veranderde de productiegrootte. In dat geval is het noodzakelijk om de kosten te berekenen. En dat doe je zo:
Bij een afzet van 4000 producten heb je 500.000 euro aan totale kosten
Bij een afzet van 8000 producten heb je 1.000.000 aan totale kosten
De variabele koste bereken je door het aantal producten en de totale kosten van elkaar af te trekken. Vervolgens deel je het door elkaar. Wat je dan doet is het volgende:
8000-4000 = 4000 producten
1.000.000 euro – 500.000 euro = 500.000 euro
De variabele kosten zijn 500.000 euro/4000 producten = 125 euro per product
Welke soorten variabele kosten bestaan er?
Interessant om te weten is dat deze kosten kosten uit meerdere categorieën bestaan. Zo krijgen sommige bedrijven te maken met meer productie. In dat geval stijgen de kosten soms evenredig mee. Oftewel: ze hebben dezelfde factor als de productie. In dat geval spreken we van ‘proportionele variabele kosten’. Op het moment dat een onderneming meer produceert, stijgen ook de kosten. Vaak stijgt de prijs van de grondstoffen niet meteen mee. Het gevolg? De de kosten blijven ‘proportioneel’.
Wat zijn progressief stijgende kosten?
Soms is er sprake van een hele andere situatie. Stel je voor dat een bedrijf meer gaat produceren van bepaalde producten. Het gevolg daarvan is dat de kosten ook stijgen. Denk bijvoorbeeld aan een stijging van 3 naar 4 euro omdat een bepaald product 20 in plaats van 10 keer wordt geproduceerd. Een dergelijke situatie komt best vaak voor en noemen we ‘progressief stijgende variabele kosten’.
Depressief stijgende variabele kosten: niet zo negatief als het klinkt
Tenslotte is er van de bovenstaande situatie ook een omgekeerde variant. Het klinkt niet al te vrolijk, maar zogeheten ‘depressief stijgende variabele kosten’ komen ook voor. Dit houdt in dat de kosten dalen als een bedrijf meer produceert. Een positieve ontwikkeling dus. Een dergelijke situatie is bijvoorbeeld het resultaat van een schaalvergroting.